Alex Colds moeder is ernstig ziek en daarom wordt hij uit Californië naar zijn oma in New York gestuurd, die hem meeneemt op een 'wetenschappelijke' jungle-expeditie op zoek naar een bizarre indianenstam. Alex doet onderweg veel praktische en zweverige levenswijsheid op en slaagt erin om de plannen van expeditieleden die de indianen willen opofferen aan hun lucratieve ambities, te dwarsbomen. Hij is de clichématige vijftienjarige jongen op weg naar volwassenheid, oma Kate beantwoordt aan het cliché van de ruwe bolster met de blanke pit en de eigengereide alleenstaande oude dame voor wie niets te dol is, vooral als het een boek kan opleveren. Er zijn slechts good en bad guys, de indianen zijn getekend als moderne varianten van de edele wilde uit de Romantiek, en het Amazonewoud herinnert aan de fabuleuze jungle van Tarzan. De Chileense schrijfster (1942), die naam heeft gemaakt als auteur van onderhoudende verhalen en romans op het grensgebied tussen literatuur en lectuur en als schrijfster van het zeer persoonlijke en ontroerende boek 'Paula', stelt met deze middelmatige avonturenroman teleur.